Geografische situering
Het Pastoorsboshofke is gelegen in de Zandrodestraat te Kortenaken, waar deze straat een honderd meter verder de grens met Geetbets (gehucht Hogen) bereikt en daar verandert in Dennenbosstraat.
We bevinden ons in het oosten van Vlaams-Brabant, in het Hageland, een agrarische streek die, in het verlengde van Haspengouw, gekenmerkt wordt door intensieve fruitteelt. De ‘Boomgaardenroute’, een fietsroute met vertrek en aankomst in Zoutleeuw uitgestippeld door de Toeristische Federatie van Brabant (www.toerisme.vlaamsbrabant.be), volgt de Zandrodestraat en de Dennenbosstraat en loopt aldus langs het Pastoorsboshofke.
De naam
Met de naam ‘Pastoorsboshofke’ wordt een oude, verloren gegane plaatsnaam opnieuw in gebruik genomen.
Volgens de oudste kaarten van de streek was de omgeving op het einde van de 18e eeuw nog volledig bebost. De huidige Zandrodestraat, vanaf de driesprong met de Sanestraat, en de Dennenbosstraat, tot aan het gehucht Hogen, vormden de scheidingslijn tussen het ‘Schlieren Bosch’ en het ‘Pastoors Bosch’. Het 'Schlieren Bosch' strekte zich uit tot aan de huidige Merelneststraat. Het 'Pastoors Bosch' liep tot in het gehucht Bergen, waar zijn naam veranderde in ‘Deenen Bosch’, dat zich uitstrekte tot aan het gehucht Nieuwdorp.
[Bron: GRAAF de FERRARIS, Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, nr. 131 Waenrode, 1771-1774. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 1965].
Historiek
Het Pastoorsboshofke beslaat een oppervlakte van 40 are. Het terrein was akkerland toen de echtgenoten Bellen-Bovin het in 2006 aankochten. In een vroeger tijdperk, einde van de jaren veertig, had de grond nog toebehoord aan hun (schoon) ouders.
Onmiddellijk na de aankoop werd in de herfst 2006 het gras ingezaaid. Begin 2007 werd de boomgaard aangeplant. Vervolgens werd het terrein omheind. In de zomer 2007 werd de blokhut ineengetimmerd, die dienst doet als eet- en schuilplaats voor de schapen. Naast een loopstal en een kraambox voor de schapen, is in de hut een bergplaats voorzien en een zolder voor hooi en stro.
In de herfst 2007 kwamen de schapen ten tonele, een eerste kudde van zeven Black Welsh Mountains. In minder dan geen tijd overtuigde de charme van de BWM’s om zelf te gaan fokken. Door de schaarsheid van het ras in België vonden de eigenaars van Pastoorsboshofke echter geen geschikt fokmateriaal, waarvan de herkomst traceerbaar was om (verdere) inteelt te vermijden. In maart 2008 slaagden ze erin een fokram en twee fokooien in te voeren, rechtstreeks van twee gerenommeerde fokkers in Wales. Daarmee was de definitieve stap gezet naar het fokken van raszuivere BWM‘s.